Portretten

“Ik droom ervan om nog één keer naar de Ardennen te gaan”

Het liefst geniet Liliane Verschaeve met mooi weer thuis in de tuin van haar pensioen. Dat doet ze samen met haar echtgenoot en haar familie. Ze blikt terug op haar jeugd, haar kleine gelukjes wat de toekomst nog mag brengen.

De eerste vier jaar van mijn leven woonden mijn ouders, mijn zus en ik bij mijn grootouders. Het was toen oorlog. Mijn papa was militair en na de oorlog verhuisden we voor zijn werk naar Brugge. Mijn vader heeft niet gevochten aan het front, maar heeft wel deelgenomen aan bepaalde activiteiten tijdens de oorlog. Een periode moest hij ook onderduiken, anders was hij opgenomen geweest door de Duitsers. Hij deed goed werk achter de schermen, maar daar mocht je natuurlijk niet voor uitkomen.

Tot mijn vijfde middelbaar ging ik naar school in Brugge. Helaas heb ik mijn zesde middelbaar niet afgewerkt. Ik volgde wel een specialisatiejaar. Dat deed ik op aanraden van mijn ouders. In die tijd was er veel vraag naar bedienden, dus je vond direct werk. Ik studeerde af, nam een maand vakantie en daarna ging ik werken. In die tijd was het niet de norm om als meisje uit een burgergezin om verder te studeren. Het interesseerde me wel, maar mijn ouders vonden dat niet nodig.

Vroeger was ik een heel volgzaam iemand: ik deed wat mijn ouders van me verlangden. Ik had misschien wel mijn eigen mening, maar ik discussieerde niet of was niet ongehoorzaam. Met ouder worden heb je een heel leven achter de rug en heb ik ook heel wat meegemaakt. Ik ben niet meer de persoon die ik twintig of dertig jaar geleden was.

Ik twijfelde vroeger veel, maar nu ben ik een zelfzeker persoon. Een ander mag van mij denken wat ze willen, daar trek ik me niet veel van aan. Ik kan ook geen onrecht verdragen. Als ik weet dat ik gelijk heb dan zal ik er nu wel over discussiëren. Ik ondervind als je durft je mening zeggen, dat je ervoor geapprecieerd wordt.

Onlangs heb ik mijn levenslijn getekend. Op een klein kaartje: mijn geboorte, mijn kindertijd en jeugd, trouwen, werken, de geboorte van mijn dochter en kleinkinderen en daarna mijn pensioen. Ik heb nog een klein stukje over.

Ik weet dat ik geluk heb dat ik al tachtig ben geworden. Als ik ooit sterf ben ik blij dat ik lang heb mogen leven. Ik voel me ook gelukkig. Wat de toekomst nog brengt, dat is afwachten. Het is nog een korte periode, maar als het aan mij ligt dan mag het nog lang duren.

Er zijn redelijk veel dingen die mijn gelukkig maken. Mooi weer, dat vind ik belangrijk. Opgewekte en vriendelijke mensen. Of als ik iets voor een ander kan betekenen. Ook lekker eten of mooie kleren. Ergens naartoe gaan, zoals de Ardennen. Samen zijn met z’n tweetjes of met de familie. Voor mij moeten dat geen grote zaken zijn, ik ben blij met kleine dingen.

Ik voel me thuis in mijn eigen omgeving. Ik ga graag eens weg maar ik kom ook graag thuis. Ik heb geen verre landen of vreemde streken nodig. Mijn favoriete plek is gewoon hier in mijn tuin in de zon. Het liefst woon ik ook zo lang mogelijk thuis. Mocht ik ooit alleen komen staan dan wil ik hier blijven, wel met een beetje extra hulp.

Wat ik echt nog wil doen is naar de Ardennen gaan. Met mijn man ben ik er heel veel op vakantie geweest. Ik wil nog één keer samen naar daar en nagenieten van alles. Anders heb ik niet veel wensen meer. Elke dag moet je nemen zoals die komt.

Dit artikel werd ook gepubliceerd in de Krant van West-Vlaanderen op 6 januari 2023

Dit vind je misschien ook leuk